Het feest van Christus Koning is een liturgische viering van de Rooms-Katholieke Kerk die plaatsvindt op de laatste zondag van november. De evangelietekst die betrekking heeft op dit feest is de tekst die de verschijning beschrijft van Jezus voor Pilatus, ervan beschuldigd zichzelf tot koning uit te roepen en in de tempel het volk te ‘agiteren’ en de activiteiten van de kooplieden te verhinderen. Op de vraag van Pilatus: "Bent u een koning?", antwoordde Jezus: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld... ...Ik ben een koning, hiervoor ben ik geboren en hiervoor ben ik op de wereld gekomen. ..

Hoewel deze lezing tijdens de viering ritueel wordt uitgevoerd, zwijgt de dienstdoende geestelijkheid erover. De leer die deze predikers in de preek onderwijzen, wordt afgeleid door zaken die helemaal niets te maken hebben met de oproep van Jezus om een ??koninkrijk in de wereld te vestigen dat anders is dan dat van deze wereld. Sommigen zeggen expliciet dat het koninkrijk van Christus niet terug te voeren is op politieke formules. Wat neerkomt op het van deze wereld verwijderen en de realisatie ervan verhinderen. Wanneer Jezus zijn volgelingen oproept om voor dit koninkrijk te werken, roept hij ons op om het te realiseren en concreet te maken in de wereld, en dit is noodzakelijkerwijs een politieke activiteit, zoals die werd uitgevoerd door de profeten en die daarvoor werden vervolgd, en hoe hij zelf voerde de verdrijving van de kooplieden uit en werd daarvoor veroordeeld.

Maar de kerkelijke doctrine dwaalt rond en zegt dingen als: het koninkrijk van onze Heer moet gebaseerd zijn op het verlangen naar heiligheid, op de nederige neiging om genade te ontvangen... of dat: het begrijpen van het koninkrijk van Christus als een politiek programma zich niet verdiept in de bovennatuurlijk doel van het geloof... want dat koninkrijk is: het verlossingswerk, de heerschappij van Christus in zielen...

Met dit soort woordenstroom is het doel ervoor te zorgen dat degenen onder ons die volgelingen zijn van de Meester Jezus zich niet geroepen voelen om dingen te veranderen in deze kapitalistische wereld, het systeem van kooplieden dat Jezus afwijst en zijn instrument, geld, dat mensen classificeert op basis van van hun koopkracht. Het kerkelijke apparaat, dat in wezen antiprofetisch is, leidt zijn parochianen tot gebeden en devoties voor de redding van hun ziel. Zijn nadruk op de formule: "Christus, koning van het universum"... lijkt uitdrukking te geven aan zijn verlangen dat hij zo ver mogelijk weg regeert, waar dan ook in het universum, en dat hij ophoudt een referentie te zijn voor politieke en economische veranderingen en sociaal in deze wereld. Als Jezus zo meegaand was geweest tegenover de dominante machten, zouden noch het Sanhedrin, noch de Romeinen geďnteresseerd zijn geweest in het elimineren van hem.